In 1850 werd door enkele Amsterdammers een maatschappij opgericht met als doel het ontginnen van de hoogveengebieden in het zuiden van de gemeente Emmen. Zo ook het veennatuurgebied waar nu het Smalspoormuseum is gevestigd en dit veennatuurgebied kreeg toen de naam het “Amsterdamsche veld”. Begin 1900 werd dit overgenomen door de Griendtsveen Maatschappij en de vervening richtte zich op de bovenste laag veen, het zgn. bolster. Deze bolster was zeer geschikt voor fabricage van turfstrooisel, zoals nu nog te zien in de deels werkende turfstrooiselfabriek, de Fijnfabriek. Een rijksmonument. Vroeger is er ook Groffabriek geweest, maar daarvan resteert nu alleen nog een deel van de fundering.
Geef een reactie